Gemeente Gemeente Zele

Jan-Baptiste Verhavert

Jan-Baptiste Verhavert

Buggenhout 1 september 1905

Bautzen (D) 1 april 1945

wachtmeester

Rijkswacht

Jan wordt geboren te Buggenhout op 1 september 1905 in het gezin van de 43-jarige fabrieksarbeider Petrus-Joannes Verhavert  en de 39-jarige Hermina-Joanna Bogaerdts. Hij treedt in het huwelijk rond 1930 met Josepha Casteels (°Wespelaar 17-06-1902 - +Benidorm 28-01-1990). Het gezin telt 2 kinderen: Jacqueline-Clementine (°1933) en Roger-Prosper (°1934).

Op 10 november 1941 wordt Jan van Deurne naar de brigade Zele overgeplaatst. Het gezin vestigt zich in de ondertussen afgebroken rijkswachtkazerne in de Kouter 10.

De rijkswachter is lid van de lokale B.V.L.. Na de aanhouding van Hoogewys en . op 26 september moet hij zich regelmatig gaan aanbieden op de Kommandantuur te Lokeren. Op 13 oktober 1942 wordt hij samen met zijn collega's Maurice Auman (°1903), Albert Den Auwer en Pierre De Prijcker door de Duitsers in razziastijl aangehouden.

Jan wordt na diverse verhoren opgesloten in cel nr. 146 in de Nieuwe Wandeling te Gent samen met een zekere Goossens, eveneens een rijkswachter. Hier leert hij ook August Heyvaert, de politie-commissaris van Lebbeke kennen. Zij zullen tot aan de dood van onze rijkswachter samen blijven.

Begin maart 1943 wordt hij met een grote groep overgebracht naar de gevangenis in Bochum (D) Hier verblijft hij een tweetal maanden. In mei wordt de wachtmeester met ongeveer 70 gevangenen overgeplaatst naar Hameln ten zuidwesten van Hannover.  De rest van de groep wordt gedeporteerd naar Esterwegen. In dit tuchthuis moet hij papieren zakken van allerlei formaten kleven. Op cel zitten ze met twee. In Hameln verschijnen de zware gevallen voor het "Volksgericht". In mei 1944 wordt Jan op transport gezet naar Grosz-Strehlitz in Polen. Dit tuchthuis bevindt zich in de buurt van kalkgroeven. Op 30 oktober 1944 vertrekt de rijkswachter met 1050 gevangenen in gesloten goederenwagons naar Groß-Rosen in Neder-Silezië. (Polen). Dit uitroeiings-kamp ligt eveneens in buurt van granietgroeven. De groep, waaronder Jan Verhavert, wordt op 23 januari 1945 naar Bautzen gezonden. Dit is een buitencommando van het kamp Groß-Rosen. De meeste gevangenen werken daar in een spoorwegatelier waar men wagons vervaardigd.

Jan Verhavert en August Heyvaert, een rijkswachter uit Lebbeke en getuige, verblijven in barak 7. De gezondheids-toestand van Jan wordt stilaan zorgwekkend. De gevangenen slapen met vier boven elkaar en Verhavert ligt op de "1e verdieping". In de morgen van 1 april 1945 treft August Heyvaert zijn vriend dood aan in zijn brits. Jan kloeg de laatste dagen over dikke voeten en dat hij niet meer kon. Hij was volledig uitgeput. De wachtmeester wordt dezelfde dag begraven op het Jodenkerkhof van Bautzen, ten oosten van Dresden. Eén van de medegevangenen die Jan helpen begraven heeft Amandus Van Calster uit Waterschei.

In Bautzen was er geen crematorium en het is onjuist om te beweren dat het stoffelijk overschot van de Zeelse rijkswachter zou verast zijn. Samen met de urnen van zijn twee vrienden-collega’s Nuytynck en Hoogewijs werd ook een kistje met een symbolische urne naar Zele gerepatrieerd. Jan rust nog steeds volgens de getuigenissen van Amandus Van Calster en August Heyvaert in Bautzen.

Op zaterdag 27 april 1946 komen de urnen met het stoffelijke overschot van de drie Zeelse rijkswachters te Zele aan. Onder hen dit ook van Jan Verhavert.  Op zondag kunnen de Zelenaars in de rouwkapel afscheid nemen. De dag nadien wordt de urne van Jan Verhavert na een druk bijgewoonde begrafenismis onder begeleiding van een lange, droeve stoet op het ereperk van de gemeentelijke begraafplaats bijgezet.

In april 1946 verhuist de weduwe met haar kinderen naar Wespelaar, de streek van de moeder.

Ontwerp door Creative Brainwave Ontwikkeling door LCP