Maurice-Theophiel Hoogewijs
Zeveneken 5 november 1895
Görden-Brandenburg (D) 15-11-1943
Wachtmeester Rijkswacht
Politieke gevangene - B.V.L.
Maurice wordt geboren te Zeveneken op 5 november 1895 in het gezin van de 37-jarige brouwersgast Bernardus Hoogewijs en de 34-jarige Sidonia-Marie Verledt.
Gehuwd met Dejace Helena-Maria-Louise (° 13-05-1900 - 1994) en had twee zonen: Jean (°11-06-1923) en Marcel (°02-01-1931 - na 2015).
Maurice werd overgeplaatst van de Dendermonde naar Zele en werd algemeen erkend als stichter van de lokale B.V.L.. In de Rijkswachtbrigade was hij wachtmeester maar binnen de weerstandsgroepering B.V.L.- afdeling Zele (Belgisch VrijwilligersLegioen) voerde hij de graad van onderluitenant.
Maurice was boodschappen gaan doen en bij zijn aankomst in de kazerne aangehouden door burgemeester Stan De Bruyne van Lokeren en Feldgendarm. Na zijn aanhouding op zaterdag 26 september 1942 mag het gezin in de rijkswachtkazerne Kouter 10 blijven wonen tot er beslist wordt dat de kazeren op 11 september 1943 dient te worden verlaten. Mevrouw Hoogewijs huurt 3 kamers boven een winkel op de Bergerdries, rechtover de Kopkapel te Lokeren. Na de bevrijding zal ze opnieuw met zoon Marcel naar Zele, Drieputtenstraat 99 verhuizen. Deze woning wordt gehuurd door de Rijkswacht.
Na zijn aanhouding worden Hoogewijs en Nuytinck onder begeleiding van Robert-Augustinus Poppe (°Zele 1919) en een feldgendarm met een taxi naar Lokeren overgebracht. Vervolgens verblijft de rijkswachter enkele maanden in de Nieuwe Wandeling te Gent. Zijn vrouw bezoekt hem een 4-tal keer. Zijn laatste brief dateert van 26 februari 1943.
Vanaf 3 maart 1943 start zijn lijdensweg als één van de 13 Nacht und Nebel-gevangenen via het hechteniskamp Vechta. Op 15 september 1943 zit hij in de gevangenis te Hameln. Van 20 tot 22 oktober verschijnt hij voor het "Volksgerichthof" te Berlijn. Na de uitspraak keert hij naar Hameln terug. Op 9 november 1943 wordt hij overgebracht naar de gevangenis van Görden-Brandenbrug waar Maurice wordt onthoofd op 15 november 1943.
Hij wordt terechtgesteld samen met:
- Nuytinck Cyriel, zijn chef
- De Grauwe Alfons uit Berlare
- Hertecant Emiel uit Berlare
- Jacob Leon uit Moerzeke
Twee dagen later wordt het lichaam verast en in een urne in de kelder van de gevangenis te Görden-Brandenburg bewaard. Begin 1945 werden deze urnen door Russische soldaten gevonden. Omdat de Duitsers alles netjes hadden genoteerd kon onder andere de urne met de as van Maurice naar de crypte in Laken worden overgebracht in afwachting dat de betrokken gemeentebesturen de urnen naar hun locatie overbrengen.
Op 15 augustus 1945 neemt Stephanie Beirens, de moeder van Dr. Frans Gossey de onaangename taak op zich om namens het Rode Kruis zijn dood aan de vrouw en kinderen ter kennis te brengen. Sinds 1943 had Helena Dejace niets meer van haar man vernomen.
Op 27 april 1946 wordt de urne naar Zele overgebracht. De dag nadien kan de urne worden gegroet in de rouwkapel opgesteld in het gemeentehuis. Op 28 april is er een eredienst gevolgd door de bijzetting op de gemeentelijke begraafplaats.
Bij vonnis van 1 december 1945 wordt het overlijden van de wachtmeester in het overlijdensregister van onze gemeente in geschreven met de woorden "Stierf voor België".
In 1981 woonde de 80-jarige weduwe in Kaulille waar ze in 1994 overlijdt. Haar zoon Marcel woont met zijn vrouw (+2014) en 2 zonen ook in deze Limburgse gemeente. Marcel was onderofficier op de naburige vliegbasis Kleine Brogel.
Na het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 vertrekt de oudste zoon naar Engeland en wordt er als vrijwilliger ingelijfd bij de Royal Navy. De oudste zoon Jean woonde achteraf in Bevekom en was gestationeerd op de vliegbasis Bevekom. Hij gaf er les in telecommunicatie.
Bronnen
COENE Frank, foto's, bidprentje
Geboorteregister Zeveneken
GEMEENTEARCHIEF Zele
QUINTYN Etienne, Tussen Pletwels en Bookhamers (Zele 1940-45), Eigen beheer (1981)
Krantenknipsel Het Belang van Limburg 08-10-2015 -