Gemeente Gemeente Zele

Robert Van Winckel

Robertus-Benedictus Van Winckel

Zele 8 december 1912

Lanaye 11 mei 1940

soldaat

2e Grenadiers - 3e bataljon - 11e compagnie fuseliers

Robert Van de Winckel wordt te Zele-Durmen geboren op 8 december 1912 als 2e zoon in het gezin van aardewerker Petrus-Franciscus en Margareta-Ernestine Callaert. Robert heeft een oudere broer Marcel (°1910). Na de terugkeer van vader uit de Eerste Wereldoorlog worden nog Wilfried (°1921) en Joannes (°1925-+1925) geboren.

Robert heeft de stiel van wever geleerd. In 1932 staat hij op de militielijsten. De militieraad vindt men geschikt voor de dienst en wijst hem toe aan het 1e regiment Grenadiers, 3e bataljon, 1e compagnie. Op 29 augustus 1932 dient hij zich aan te bieden in de kazerne te Brussel.

Na zijn legerdienst herneemt hij zijn werk.

Naar aanleiding van de mobilisatie eind augustus 1939 is de lichting 1932 een deel van de 1e reserve van het Belgisch Leger. Robert biedt zich op 1 september 1939 in de Prins Albertkazerne of Grenadierskazerne in de Karmelietenstraat te Brussel aan. Het 1e regiment Grenadiers wordt ontdubbeld en Robert wordt overgeheveld naar het 2e regiment Grenadiers, 3e bataljon, 11e compagnie. Deze eenheid staat onder het bevel van commandant Raymond Van de Wiele. Hun kwartier is in Ternaaien.

Het 2Gr, een regiment van eerste reserve, maakt een turbulente mobilisatie door.

Op 18 september wordt het regiment samen met het 2e regiment Karabiniers (2C) en het 18e linieregiment (18Li) onder bevel geplaatst van de 7e Infantieriedivisie (7Div).

Het vertrekt aansluitend naar de K.W. stellingwaar ze de Ondersector Leuven bezetten. De stellingen worden voorbereid maar lang kan het 2e regiment Grenadiers niet van het werk genieten want in oktober 1939 worden ze verplaatst naar het Albertkanaal waar ze de Ondersector Kwaadmechelen moeten inrichten. Tot overmaat van ramp moeten ze de verplaatsing te voet uitvoeren bij gebrek aan transportmiddelen. Gedurende de strenge winter van 1939 wordt ook deze stelling ingericht. De eenheden moeten noodgedwongen hun eigen barakken bouwen; zo niet zouden de paarden en het materieel de vrieskou niet overleven.

Eind maart 1940 verneemt het regiment dat de goed voorbereide stellingen zullen worden overgenomen door het 1e regiment Grenadiers van de 6e Infanteriedivisie (6Div) die van de Ondersector Diepenbeek aan het Albertkanaal komen.

Als beloning voor het harde werk zou het regiment in reserve worden gehouden aan de kust hetgeen een goed vooruitzicht was voor de vele manschappen die uit Oost- en West-Vlaanderen kwamen. Groot is de ontgoocheling toen het niet de kust maar Waterloo wordt, waar ze worden opgesteld als reserve van het leger.

De aflossing aan het Albertkanaal te Kwaadmechelen start op 10 April bij heerlijk weer en in kleine groepen trekken de bataljons naar Diest van waar zij per spoor naar de streek van Halle en Waterloo worden gebracht. Voor de derde keer wordt aangevat met de voorbereiding van een regimentsstelling.

Nog geen drie weken later en amper 10 dagen voor het uitbreken van de oorlog komt het alweer tot een nieuwe opdracht; op 28 april 1940 verplaatst het regiment zich naar Riemst om de OndersectorKanne-Ternaaien van Vroenhoven (exclusief) tot Lixhe (exclusief) over te nemen van het 1e regiment Jagers te Voet (1J) van de 5e Infanteriedivisie (5Div).

De aangetroffen stellingswerken aan het Albertkanaal zijn erbarmelijk. Het 2e regiment grenadiers dienen de zone tussen de brug van Vroenhoven tot de gemeente Lixhe te bewaken. Het 3e bataljon van Robert neemt de ondersector tussen het fort van Eben-Emael en de gemeente Lixhe, dat aan de andere oever van het Albertkanaal ligt, voor hun rekening. In deze zone ligt ook de brug van Lanaye (Ternaaien).

De zone dat het 3e bataljon dient te verdedigen wordt nogmaals in een kleinere stukken onderverdeeld. De 11e compagnie van Robert krijgt het noordelijk deel toegewezen (zie cirkel kaartje)

Op vrijdag 10 mei 1940 rond half één 's nachts worden de troepen die het Albertkanaal bewaken gealarmeerd. De stellingen aan de bruggen worden snel bemand. Omdat er voor die vrijdag echter een oefening gepland was denken velen dat het gaat om een oefenalarm en dat de dreiging onbestaande is.

Desondanks melden de verschillende steunpunten tussen 03u00 en 03u45 dat ze klaar zijn voor actie. Door een technisch probleem met de ontstekers van de artilleriemunitie worden de voorziene twintig waarschuwingsschoten die het Fort van Eben-Emael moet afvuren in geval van werkelijk alarm pas rond 03u00 afgevuurd, nadat het merendeel van de troepen zich reeds op stelling bevinden.

Om 04u15 passeren Duitse zweefvliegtuigen voor de eerste maal het Fort van Eben-Emael waarna Majoor Jottrand de opdracht geeft om de bruggen van Kanne, Ternaaien en Klein Ternaaien te laten springen. Om 04u40 meldt 2e bataljon van de 2e grenadiers dat er zweefvliegtuigen geland zijn op hun stelling en dat er ook parachutisten zijn geland op het dak van Eben Emael.

Robert bevindt zich op 2 kilometer in vogelvlucht van het fort en in de buurt van de brug van Ternaaien. Dus midden in het oorlogsgebeuren. De Duitsers proberen in Ternaaien de Maas en nadien het Albertkanaal over te steken. De Duitsers staken hun pogingen omdat de pontonbrug die ze aan het leggen waren door de Belgische artillerie wordt vernietigd. Bij komen lijden ze ook heel wat verliezen onder de manschappen.

Het IIIde Bataljon (III/2Gr) staat opgesteld met drie compagnies in lijn, van noord naar zuid de 11Cie (Robert), de 9Cie en de 10Cie.

De stelling van III/2Gr komt in de loop van de 10 mei niet onder druk te staan omdat de Duitsers er niet in slagen pontonbruggen te slaan over de Maas. Slechts kleinere infiltraties vinden plaats tussen de Maas en het Albertkanaal.

De Duitse genie komt rond 16u30 in de zon van het III/2Gr aan om de stormaanval over het Albertkanaal voor te bereiden. Twee pogingen om het kanaal over te steken volgen, maar de Belgen laten de vijand niet begaan en ontzeggen de Duitse infanteristen de kanaaloever met een dicht mitrailleurvuur vanuit hun steunpunten. In de zone Ternaaien – Lixhe kan het III/2 Gr de vijand de hele dag in bedwang houden.

Tijdens de nacht van 10 op 11mei worden de grenadiers niet versterkt of bevoorraad.

Zodra het weer licht wordt, verschijnen de vliegtuigen van de Luftwaffe opnieuw boven de Belgische linies. Robert is die ochtend getuige van de rampzalige poging die de Belgische militaire luchtvaart onderneemt tegen de Duitse overgangs-punten over het Albertkanaal en kunnen waarnemen hoe de aanval op niets uitdraait en talrijke toestellen neergehaald worden.

De linies worden onder druk gezet door de aanhoudende beschietingen uit de lucht en door schermutselingen met de Duitse 489ste en 490ste Infanterieregimenten.

Bovendien loopt hier al snel het gerucht dat de vijand bij Ternaaien het Albertkanaal zou overgestoken zijn. Tijdens de loop van de dag worden ook hier de diverse steunpunten opgegeven en trekken de troepen zich terug richting Loen. Het merendeel van III/2Gr worden krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Stalag XIB in Fallingbostel.

Robert wordt in de loop van de dag dodelijke gewond. Hij wordt in Ternaaien begraven. Op 8 juli 1940 komt zijn broer Marcel het overlijden op het gemeentehuis van Ternaaien aangeven.

Het stoffelijke overschot van Robert Van Winckel wordt volgens de militaire fiche op 26 mei 1948 naar Zele overgebracht.

Op 21 juli wordt Robert in het ereperkt van het gemeentelijk kerkhof van Zele-Centrum bijgezet.

Ontwerp door Creative Brainwave Ontwikkeling door LCP