Gemeente Gemeente Zele

Jozef Van Driessche

Josephus-Bernardus Van Driessche

Zele 12 februari 1911

Pittem 27 mei 1940

soldaat

3e regiment Grenadiers - Ie bataljon - 3e compagnie

Jozef wordt geboren te Zele-Huivelde op 12 februari 1911 in het gezin van gaswerkman/ketelkuiser Benedictus-Florentinus en Irma-Maria Van Driessche. Jozef heeft nog een oudere zuster Rachel-Clementina (°1910). Nadat vader terugkeert uit de Eerste Wereldoorlog wordt het gezin uitgebreid met Alfons (°1920).

In 1930 schrijft hij zich zoals verplicht in het militieregister in. Hij wordt op 16 juli 1930 te Dendermonde goed bevonden voor de dienst en wordt toegewezen aan het 1e regiment Grenadiers, 1e bataljon, 3e compagnie. De mattenwever moet zich te Brussel melden op 28 augustus 1931 om een dienstplicht van 12 maand te vervullen. Hij ontvangt het stamboeknummer 135-72402. Op 1 januari 1932 krijgt hij 5 dagen verlof. Zo geniet in de loop van dienst in totaal nog 7 dagen congé. Op 27 augustus 1932 zwaait hij af. Tussen 17 juli en 25 augustus 1934 doel hij zijn kamp en dan nog eens een week tussen 28 april en 5 mei 1935.

Enkele jaren na zijn afzwaai trouwt hij met zijn liefje Melania Coppens (°Zele 03-06-1911 - +Zele 06-06-1987) te Zele op 17 juli 1935. In het gezin wordt enkele maanden later Pauline Van Driessche (°Zele 17-12-1935 - +Lokeren 19-09-2009) geboren. Zij blijft enig kind. Het jonge gezin verhuist op 23 maart 1937 naar de Hammescheweg. Tussen 20 september en 27 september 1937 trekt hij nogmaals zijn legerplunje aan.

Eind augustus 1939 mobiliseert het Belgisch leger. De klas 1931 wordt pas later opgeroepen. Op 22 september 1939 staat Jozef vermeld op de lijsten van het 3e regiment Grenadiers (3Gr), 1e bataljon, 3e compagnie-fuseliers onder het bevel van luitenant Claude Dumont de Chassart. De eenheid bevindt zich te Mechelen.

Het 3e regiment Grenadiers is de ontdubbeling van het 1e regiment Grenadiers en is een regiment van de 2e reserve waar vooral de oudere reservisten dienst doen. De fuseliers kregen in hoofdzaak oude Belgische Mauser geweren uit 1889 en Franse Chauchat lichte mitrailleurs die in 1915 aangekocht werden. Bovendien ontbreekt het aan DBT granaatwerpers en moeten de mannen het stellen met Vivien Bessières tromblons die op de loop van hun geweer gevezen kunnen worden en een dracht van nauwelijks 150m hebben.

Het 3Gr verblijft vervolgens tot 3 oktober 1939 in het Kamp van Beverlo voor een opleidingsperiode. Op 4 oktober 1939 wordt het regiment op de trein gezet naar Oostende en wordt verantwoordelijk voor de verdediging van de oostkust. Tijdens deze inzet overlijdt de bevelhebber van het regiment, LtKol Robberechts, op 17 november 1939. Kolonel Coibion van de Hogere Directie van de Infanterie nam het commando over.

In december 1939 wordt de 18e divisie verplaatst naar het Bruggenhoofd Gent om daarna, in januari 1940, naar het Albertkanaal overgeplaatst te worden. In februari 1940 belandt het 3Gr in de sector Leuven van de K.W. Stelling.

Tenslotte komt de 18de Infanteriedivisie op 24 februari 1940 aan op de Vooruitgeschoven Stelling langsheen het Verbindingskanaal Maas-Schelde in de sector tussen Sint-Lenaarts en Arendonk. De formatie zal hier de 9de Infanteriedivisie aflossen. Het gros van de grenadiers (Staf/3Gr, I/3Gr en III/3Gr) gaan over naar het commando van de Versterkte Positie Antwerpen (Vde Legerkorps). De staf wordt ingekwartierd te Mortsel Oude-God, het Iste Bataljon te Wilrijk.

Op 11 april 1940 keert Jozef terug naar de Belgische kust. Eens aangekomen in de kuststreek komt het regiment onder bevel te staan van Luitenant-generaal Etienne Glorie, commandant van de Maritieme Basis. De Maritieme Basis bestaat naast het 3e regiment Grenadiers nog uit het Marinekorps, het 37e lLinieregiment, I/5LA en de 7e Batterij van II/5LA.

De commandopost van het 3Gr wordt te Lissewege opgesteld. Het Ie Bataljon is samen met het IIIde Bataljon verantwoordelijk voor de bewaking van het oostelijke deel van de Belgische kustlijn. Het Ie Bataljon bewaakt het kwartier tussen Zeebrugge en de Nederlandse grens. De bataljonsstaf heeft zijn onderkomen te Zeebrugge. Drie compagnies verblijven in dit dorp.

Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit. Het 1e bataljon bezet zijn steunpunten te Zeebrugge met zijn 3e compagnies. Na een rustige nacht meldt de regimentsstaf de regelmatige passage van nieuwe colonnes van het Franse leger. De Franse militairen installeren zich zonder overleg rondom de posities van het 3Gr.

Ten gevolge van de aankomst van de Franse troepen, wordt het 1e bataljon op 13 mei verplaatst naar een nieuw kwartier vanaf de vuurtoren van Oostende over Bredene tot De Haan.

Het 1e bataljon dat zich op 15 mei te Blankenberge bevindt wordt afgelost door het 3e bataljon. Deze situatie blijft zo tot 19 mei. Waar het 1e bataljon zich ondertussen bevindt is een raadsel. Mogelijks zijn in reserve.

Op 22 mei krijgt het 1e bataljon rond 18 uur het bevel om haar posities aan de kust te verlaten en zich te voet naar Nieuwpoort te begeven. De Belgische legerleiding vreest immers een Duitse opmars van uit Noord-Frankrijk en zal aan de Ijzer een naar het westen gerichte defensieve linie organiseren. De mars wordt tijdens de nacht van 22 op 23 mei uitgevoerd.

De eerste elementen van het 3e regiment Grenadiers bereiken Nieuwpoort omstreeks halfnegen 's morgens. Na de mars van zo’n 40 kilometer zijn er heel wat achterblijvers waarvan er velen met de kusttram het regiment zullen vervoegen. De troepen rusten uit tijdens de voormiddag en worden vervolgens ontplooid te Nieuwpoort-Bad en Nieuwpoort-Stad. Het 1e Bataljon bewaakt de zone tussen de badplaats en de stad.

Tijdens de avond krijgt het regiment het bevel om van front te wisselen en zich nu richting oosten op te stellen. Dit is allicht te wijten aan het feit dat een doorbraak van de Duitsers uit Noord-Frankrijk richting België minder waarschijnlijk is.

Het wordt stilaan duidelijk dat alles in het werk gesteld moet worden om de haven van Duinkerke te beveiligen teneinde de British Expeditionary Force (BEF) toe te laten naar Engeland terug te keren.

Op vrijdag 24 mei worden het 3Gr te Nieuwpoort afgelost door eenheden van het 42e linieregiment. De stellingen van het Ie Bataljon worden overgenomen door II/42Li en III/42Li. Het 3Gr dient nu de kustlijn tussen Lombardsijde en de haven van Oostende te bezetten. Zij behoudt haar posities op 25 mei.

Na de Duitse doorbraak aan de Leie rukt de vijand op richting Tielt. Het front van het VIIde Legerkorps staat onder ernstige druk. Het Groot Hoofdkwartier gaat dringend op zoek naar de allerlaatste beschikbare eenheden om de linies toch maar trachten intact te houden. De restanten van de 16e Infanteriedivisie (16Div) worden gebruikt voor een nieuwe gevechtsgroepering die onmiddellijk zal toegevoegd worden aan de verdediging Tielt en Pittem. Het bataljon van Jozef zal toegevoegd worden aan deze groepering.

Het I/3Gr wordt van de kust weggehaald en naar Wingene getransporteerd. De 16de Infanteriedivisie heeft een sector toegewezen gekregen  tussen kilometerpaal 13 en kilometerpaal 7 van de spoorlijn Deinze-Tielt-Ingelmunster. Jozef zal met zijn eenheid worden opgesteld tussen kilometerpaal 10 en 7. Tegen middernacht is het bataljon aangekomen te Pittem. De divisiestaf laat de eenheid doormarcheren naar de Tieltstraat.

Op maandag 27 mei is het bataljon ontplooid tussen Pittem en Tielt. 's Morgens krijgt reservekapitein Dumont de Chassart het bevel om een positie achter de spoorweg in te nemen op de lijn Tielt-Ingelmunster en een peloton te installeren op de voorpost Marialoop, een gehucht tussen Tielt en Meulebeke. Het zwaartepunt van de Duitse aanval zal aanvankelijk in de linker ondersector komen te liggen, tussen kilometerpaal 13 en kilometerpaal 10.  Wanneer Tielt ingenomen wordt, raakt tussen Tielt en Pittem ook het I/3Gr betrokken bij zware gevechten.

De eenheid van Jozef ondervindt van in het begin hevig vijandelijk vuur. Nadat de groep, waartoe Jozef behoort, voornoemde spoorweg oversteekt, wordt onze Zelenaar door automatisch vuur neergehaald. Jozef wordt zwaar gekwetst over het hele lichaam en verliest bloed aan de hand en de hiel. Door zijn strijdmakker Petrus Elegeert [1], ook een Zelenaar, wordt hij geholpen tot hij rond 14 uur aan zijn verwondingen bezwijkt.  

Het bataljon houdt stand tot ongeveer 16 uur, maar moet dan de strijd staken en valt uit elkaar.

Zijn schoonbroer Achiel De Clercq [2] en zijn kozijn Prosper Goossens [3] komen het overlijden op 25 juni 1940 op het gemeente-huis van Pittem aangeven. Mogelijks wordt ook de onmiddellijke overbrenging van Jozef naar Zele geregeld.

Het stoffelijk overschot van Jozef wordt naar Zele overgebracht en ten grave gedragen op 29 juni 1940 en later op het erepark bijgezet.

Melanie Coppens bewaarde als een kostbaar souvenir de muntstukjes welke Jozef op zak droeg toen hij sneuvelde en die bij de ontgraving werden ontdekt.

[1] °Zele 16-11-1911 - +Zele 01-07-1984, gehuwd met Lea De Beule.

[2] °Hamme 25-08-1910 - +Zele 17-04-1983, gehuwd met Van Driessche Rachel.

[3] °Zele 22-12-1901 - +Zele 13-11-1990, gehuwd met Van Hecke Adriana. Zijn moeder was Van Driessche Victoria.

Bronnen

COENE Frank, foto's

DE KRIJGER Freddy, bidprentje

GEMEENTEARCHIEF Zele

QUINTYN Etienne, Tussen Pletwels en Bookhamers (Zele 1940-45), Eigen beheer (1981)

VAN ACKER JOZEF, kopie legerdossier

Internet

https://18daagseveldtocht.be/infanterie/tweede-reserve/3de-regiment-grenadiers-4/

Ontwerp door Creative Brainwave Ontwikkeling door LCP