Gemeente Gemeente Zele

Afval verbranden

De verbranding van afval, ook groenafval (snoeihout en plantenresten), in open lucht is verboden.

 

Wat zegt de wet?

De Vlaamse milieuwetgeving (Vlarem) is duidelijk: afval verbranden in open lucht is voor iedereen verboden. Het verbod geldt niet alleen voor de verbranding van papier, plastic, piepschuim, autobanden en andere rommel, maar ook voor biomassa-afval zoals gft, houtafval en groenresten. De milieuwetgeving voorziet in hoofdstuk 6.11 van Titel II van het Vlarem wel enkele specifieke uitzonderingen. Enkel in volgende gevallen is verbranding in open lucht nog toegelaten:

  1. de verbranding van droog onbehandeld hout bij het maken van een open vuur (een kampvuur). Let op: in sommige gemeenten is wel een reglement van toepassing waarbij je toch toestemming nodig hebt om een kampvuur te maken. Informeer je bij de milieudienst;
  2. de verbranding van droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Zo’n activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;
  3. de verbranding van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer of voor het gebruik van een barbecuetoestel;
  4. de verbranding van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder;
  5. het maken van vuur in open lucht indien nodig bij het beheer van bossen, als beheermaatregel, als fytosanitaire maatregel of als onderdeel van een wetenschappelijk experiment, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
  6. het maken van vuur in open lucht in natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als fytosanitaire maatregel. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en die activiteit als uitzonderlijke beheermaatregel is opgenomen in het goedgekeurd beheerplan;
  7. de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is.

In al die omstandigheden moet (behalve bij het gebruik van sfeerverwarmers en barbecuetoestellen) in overeenstemming met het Veldwetboek en het Bosdecreet een afstand gerespecteerd worden van 100 meter tot huizen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stro, mijten of plaatsen waar vlas te drogen is gelegd, en een afstand van 25 meter tot bossen.

Ontwerp door Creative Brainwave Ontwikkeling door LCP